Twee dagen na de benoeming van de centrumrechtse Michel Barnier als premier door de Franse president Macron, vinden in verschillende steden in het land demonstraties plaats. Volgens linkse partijen heeft Macron de democratie ondermijnd door hen uit te sluiten bij de vorming van een nieuwe regering. Er zijn vandaag op meer dan 150 locaties demonstraties geweest.
In Parijs kwamen duizenden demonstranten samen op de Place de la Bastille. De protesten werden eind augustus al aangekondigd, toen duidelijk werd dat Macron geen links kabinet wilde. In eerste instantie hield de politie rekening met 2000 demonstranten, maar na de benoeming van Barnier werd dat aantal bijgesteld naar 4000 tot 8000.
In steden zoals Bordeaux, Metz en Marseille zijn al honderden demonstranten op de been, en in Nantes naar schatting 8000. Het linkse blok Nouveau Front Populaire (NFP) werd de grootste bij de verkiezingen onder leiding van de radicaal-linkse partij La France Insoumise. Het blok had echter niet genoeg zetels voor een absolute meerderheid in het parlement, waardoor Macron stelde dat ‘niemand de verkiezingen had gewonnen’, wat hem op veel kritiek kwam te staan.
Macron benoemde de 73-jarige Barnier, die bekend is omdat hij jarenlang de Europese Unie vertegenwoordigde bij de Brexit-onderhandelingen met het Verenigd Koninkrijk. Veel Fransen nemen dat de president niet in dank af. Uit een opiniepeiling van bureau Elabe blijkt dat 74 procent van hen vindt dat Macron de verkiezingsuitslag heeft genegeerd, 55 procent stelt zelfs dat hij de verkiezingen heeft ‘gestolen’.
De demonstranten zijn boos omdat zij de keuze voor Barnier antidemocratisch vinden, maar ook omdat het lot van de regering nu in handen van de rechts-radicale Marine Le Pen ligt. Zonder de steun van haar partij, Rassemblement National, kan Barnier geen regering vormen. Toch is ook vandaag de linkse verdeeldheid zichtbaar.